In nauwe samenwerking met Panasonic hebben we het procédé Easy Programming ontwikkeld. Dat komt erop neer dat we de laskennis en -ervaring die in onze organisatie aanwezig is, hebben verpakt in softwaremodules die het programmeren door de klant heel eenvoudig maken. Het hoogste niveau van Easy Programming is dat je de lasrobot offline rechtstreeks vanuit een 3D CAD-file kunt programmeren.’
Valk Welding, met hoofdvestiging in Alblasserdam, levert klantspecifieke (boog)lasrobotinstallaties aan merendeels kleine en middelgrote metaalverwerkers in Noorden West-Europa. ‘Daarnaast’, zegt directeur-eigenaar Remco Valk, ‘hebben we een aantal grote global accounts die we wereldwijd volgen. Zoals Huisman in Schiedam, met activiteiten in onder meer China en Tsjechië, en Bosal, dat wereldwijd actief is. In al hun productievestigingen kom je onze robots tegen.’
Finetunen
In 1961 gestart als handelsonderneming die lasrobots inkocht in Duitsland en verkocht in de Benelux, ging Valk Welding rond 1994 de kant op van system integrator en total solutions supplier voor de lasindustrie – waarbij men zich exclusief op lasrobots van het Japanse Panasonic ging richten. Recent werd de 1.500ste Panasonic-robot ‘powered by Valk Welding’ uitgeleverd. Remco Valk: ‘Panasonic bouwt geen all-purpose robots, maar houdt zich uitsluitend met booglastechnieken bezig. Hun geavanceerde robot is ons basisproduct, en wij tweeken en finetunen die al naar gelang de klantvraag. Daar zijn wij goed in. Tel alle jaren dat de mensen bij ons werken bij elkaar op en je komt op meer dan 850 jaar lasrobotweken ervaring uit. Die hebben we in diverse softwaremodules gestopt. In combinatie met de zogenaamde weld navigation van Panasonic, zeg maar een programmeerkastje dat heel simpel te bedienen is, maakt dat het programmeren door de klant eenvoudig.’
De behoefte daaraan neemt toe, vertelt hij. Enerzijds omdat de moderne lasrobotsystemen steeds flexibeler en dus breder inzetbaar zijn, wat hogere programmeereisen stelt. En anderzijds omdat het vak handlassen aan het uitsterven is. ‘De jeugd van vandaag heeft veel te weinig interesse voor techniek.’ Geen wonder dus dat lasrobots steeds meer in zwang raken. ‘Toch hangt om robots nog steeds iets van: ‘daar heb je alleen iets aan voor grote series’ en ‘ze maken mensen werk afhandig’. Helemaal niet waar: robots zijn ook en juist voor kleine series zeer geschikt – en ze voeren nogal eens werk uit dat slecht is voor mensen. Het lassen van roestvrijstaal, bijvoorbeeld, is kankerverwekkend. Dat wil je lassers niet aandoen.’
Internationalisering
Valk Welding is een gestaag en gezond groeiend bedrijf. Vorig jaar nog kwamen er circa twintig medewerkers bij, waarmee het totaal nu op rond de honderd ligt – plusminus 75 in Alblasserdam (‘ons competence centre en de locatie waar we onze robotinstallaties bouwen’) en de rest in de vestigingen in België, Denemarken, Frankrijk (twee) en Tsjechië. Valk: ‘We hebben het goed en hebben het verschrikkelijk druk. Een van de redenen is dat we bijtijds, in 2000, besloten om internationaal actief te worden. Gaandeweg hebben we een zo groot afzetgebied gecreëerd dat we een financieel-economische dip in het ene land in andere landen kunnen opvangen.’ Hij wil voort op de ingeslagen weg. ‘Mijn doel voor de middellange tot lange termijn is dat wij heel West- en Noord-Europa afdekken met eigen supportcentra die binnen een straal van hoogstens 500 kilometer klanten commercieel, technisch en met een stukje magazijnbeheer bedienen. De afstand tot de klant mag dus nooit groter zijn dan 500 kilometer.
Waarom? Om klanten in hun eigen taal en cultuur te kunnen benaderen én om snel, binnen 24 uur, commerciële of technische ondersteuning te kunnen verlenen. Dat laatste doen wij al, ook bij grotere afstanden. Aan die 24-uursstelregel is een groot deel van ons succes te danken. Neem Frankrijk, een van onze belangrijkste groeimarkten. Belt een klant daar vandaag, dan staan we uiterlijk morgen bij hem op de stoep; terwijl lokale collega’s hem misschien wel twee, drie weken laten wachten.’ Er zijn concrete plannen voor nieuwe vestigingen in Duitsland, Polen, Hongarije en Frankrijk.
Duitse olievlek
Dat Valk Welding daarmee in het werkgebied van Panasonic-vestigingen terechtkomt, vinden beide partners geen bezwaar. Remco Valk: ‘Ik geloof niet meer in die landensegmentatie; verkoopgebieden opdelen op basis van landen is achterhaald. Veel beter is het je te richten op de competenties die gevraagd worden. Voor Panasonic zijn de grote aantallen belangrijk, reden waarom men in Duitsland helemaal op de automobielindustrie zit. Terwijl wij juist vooral geïnteresseerd zijn in de kleine en middelgrote privéondernemingen waarvan er in Duitsland héél veel zijn – en die met hun specifieke wensen goed passen bij hoe wij gewend zijn te werken.’
Overigens doet Valk Welding al goede – en steeds betere – zaken in Duitsland. ‘Het gros van de orders die we daar nu krijgen, komt bij toeval uit Emsland, dat grenst aan Noordoost-Nederland en waar de economische activiteit enorm is. Sinds onze eerste leveringen daar spreekt het zich rond dat wij een hartstikke goede leverancier zijn. Zo zijn bedrijven als Brüggen, Peters Maschinenbau, Kuipers Blechtechnik, vele toeleveranciers van Krone (transport- en landbouwvoertuigen, red.) en Grimme (landbouwwerktuigenfirma) klant bij ons geworden. Door de vele positieve reacties breidt zich dat als een olievlek uit. Vanuit Emsland willen we nu dieper Duitsland in.’
Geen blame game
Met zijn roots in de Benelux is Valk Welding gewend om te werken met klanten die het van relatief beperkte serieproductie moeten hebben. ‘Het is’, zegt ceo Valk, ‘een beetje onze rol de problemen van de klant op te lossen, met hem samen te zoeken naar de beste oplossing. Daardoor zijn we flexibel – en wat wij zien is dat daar in het Duitse midden- en kleinbedrijf ook behoefte aan is. Als wij A zeggen, dan zeggen wij ook B; desnoods gaan we het hele alfabet af om het voor elkaar te krijgen. Als het even anders loopt dan gedacht, dan gaan we niet de kleine lettertjes in de orderbevestiging langs om te bepalen wie daar schuld aan heeft. Het begrip ‘blame game’ is iets wat wij hier te vuur en te zwaard bestrijden. Nee, dan doen we wat er gedaan moet worden om het traject tot een goed einde te brengen.’