Tekst en fotografie: MTL Metaal Magazine nummer 5, 2022
Automatisering bij Lacom in Budel is door Lammers al heel vroeg hoog op de agenda geplaatst. Daar plukken we nu de vruchten van, zegt hij. Het zorgt voor een efficiënte productie van onderdelen, voor zowel externe klanten als de eigen Kinetic-laadkraan. Dat maakt dat de marges voor het bedrijf, ondanks prijsdruk, op peil blijven. “Ook zijn we door de automatisering als bedrijf aantrekkelijker geworden voor werknemers. We trekken betere vaklieden aan. We vinden gemakkelijker hbo’ers omdat ze hier met moderne machines kunnen werken. De vernieuwing zorgt namelijk voor uitdagingen.” Juist deze hbo’ers heeft Lacom nodig omdat de aansturing verandert en de hoeveelheid engineering toeneemt.
Eigen product is fundament
Dit voorjaar heeft Lammers op automatiseringsvlak een nieuwe stap gezet: Lacom last 24/7 complexe samenstellingen. Geen grote series, juist kleine batches of zelfs enkelstuks. Samen met Kumatech en Valk Welding is een geautomatiseerde lascel gebouwd. Dit idee had de ondernemer jaren geleden al, maar toen was de technologie nog niet zo ver. Bovendien had Lacom nog geen eigen product. Dat eigen product hebben ze tegenwoordig wel. Sinds 2020 bouwt en verkoopt Lacom de Kinetic verrijdbare autolaadkranen onder eigen regie. “De productie van deze onderdelen legt een fundament onder de investering in de lascel”, legt Lammers uit. De lascel is voor een deel gevuld met samenstellingen voor de autolaadkranen. Zo spreidt en verkleint hij het risico. “En onze klanten in de toelevering plukken er de vruchten van doordat we efficiënter kunnen produceren.” Efficiency, kwaliteit en doorlooptijd zijn de sleutelwoorden als het om deze investering gaat. Maar hoe zit het met de kostprijs? Lammers weet als geen ander dat de kostprijs belangrijk blijft voor de toelevering. “Sinds corona zien we echter een verandering bij klanten. Transportkosten zijn hoog, vakmensen zijn - ook in Oost-Europa - schaars en klanten zoeken leverbetrouwbaarheid. Als de rust straks is teruggekeerd, zal zeker weer een deel van het werk naar lagelonenlanden verdwijnen, maar er gaat meer geproduceerd worden in de regio”, verwacht hij. Met ‘regio’ bedoelt hij in dit verband overigens West-Europa. De prijs is niet langer bepalend voor het werk dat Lacom aan opdrachten binnen krijgt; veel meer zijn dat kwaliteit en leverbetrouwbaarheid.
Palletplaatsen voor lasmallen
Om die redenen heeft hij de stap naar de robot-lascel gezet. De cel is opgebouwd uit een 35 meter lang magazijn met 72 palletplaatsen; de helft 1500 x 1700 x 1250 mm, de andere helft 3000 x 1700 x 1250 mm. Op elke palletplaats kan tot 1500 kilo gewicht worden opgeslagen en bovenop de pallets staan de lasmallen. Een robot verplaatst de pallets van de opspanunit naar het magazijn en naar de lasrobots. Links staat inmiddels de eerste Panasonic-lasrobot; aan de rechterkant van de cel is alles gereed voor de tweede robot. “Zodra de productie loopt, komt de tweede robot erbij”, zegt Lammers. “Dan kunnen we minstens 8000 lasuren per jaar maken, op een oppervlak van net 250 m2.” Hiermee stipt hij een van de voordelen van de robot-lascel aan. Hij rekent voor: om 8000 lasuren op jaarbasis te maken zijn 14 goede lassers nodig. Met een gemiddeld vloeroppervlak van minstens 30 meter per lasser, zou hij bijna het dubbele oppervlak nodig hebben gehad. Bovendien: waar haal je die 14 ervaren lassers vandaan?